Lastwagen - Niederlande: Bücher - Geschichte und Modelle (2/3)
Ein Buch über Lastwagen? Entdecken Sie hier Bildbände über die Geschichte, Typen und Technik der Lastwagen aus den Niederlanden (2/3).
FTF - een begrip in het Nederlandse wegvervoer
De in Nijkerk woonachtige Raymond Beekman maakte in de 18 jaar dat hij voor Floor's Handel en Industrie BV werkte, het FTF-vrachtwagentijdperk van dichtbij mee. FTF vrachtwagens, die beroemd en berucht waren om hun indrukwekkende en markante Detroit Diesel geluid, reden regelmatig voor onderhoud het terrein van Floor te Nijkerk op.
FTF eigenaren die Raymond regelmatig zag, waren Van Kommer uit Nijkerkerveen, Gebr. De Jong uit Leiderdorp, Greving te Groningen, Nijssen uit Nieuw Vennep, Zingstra uit Assen, Zeilemaker te Purmerend, Hartevelt en Van der Star uit Katwijk, Servers uit Achthoven, Brouwer te Nieuwegein, Visser uit Vuren en nog vele andere.
Dit is het vierde boek dat Raymond heeft geschreven over de vrachtwagens van Floor. Een bewogen, indrukwekkend maar vooral interessant tijdperk.
Het familiebedrijf Terberg is al in 1869 ontstaan. In dat jaar werd in het Utrechtse Benschop een dorpssmederij begonnen. Na de Tweede Wereldoorlog startte men met het modificeren van overtollige Amerikaanse legertrucks. In 1966 werd begonnen met het fabriceren van trucks die onder de eigen naam werden verkocht. In 1973 startte men met de fabricage van terminaltrekkers.
In de eerste jaren van de truckproductie werd veelal gebruik gemaakt van Mercedes-Benz componenten, zoals cabines en dieselmotoren. Vanaf 1974 schakelde Terberg grotendeels over op Volvo componenten. In 1978 bracht Terberg de eerste vierasser op de markt en in 1984 een vijf-asser. Na de F-series werden de FL en FM-series ontwikkeld.
Door de steeds groter wordende concurrentie en de malaise in de bouwsector besloot de directie van Terberg aan het einde van 2013 de truckproductie te beëindigen. De productie van terminaltrekkers is nu de belangrijkste activiteit van de Terberg Group geworden. Deze trekkers worden naar meer dan 100 landen geëxporteerd.
In dit boek wordt uitgebreid aandacht besteed aan zowel de vrachtwagenproductie als aan de productie van industriële trekkers. Veel van de in dit boek opgenomen afbeeldingen zijn niet eerder gepubliceerd.
Die N.V. Hogra Automobielfabriek wurde 1954 von Antonie Willem van Hoek gegründet und von seiner Geschäftspartnerin Frau Gravelaar finanziert. Der Name "Hogra" ist eine Kombination ihrer Nachnamen.
Die Fabrik wurde im Herbst 1954 in Ravenstein, Nordbrabant, gegründet. Van Hoek, der über 20 Jahre Erfahrung bei N.V. Motorkracht (Importeur der Magirus-Deutz Nutzfahrzeugen) verfügt, wollte eine eigene Lkw-Fabrik gründen. Für den niederländischen Markt wurde ein zuverlässiges Chassis entwickelt, wobei Komponenten gekauft und montiert wurden.
Hogras waren ursprünglich mit Perkins-Dieselmotoren ausgestattet, später mit stärkeren Steyr-Dieselmotoren. 1956 kam ein dreiachsiges LKW-Fahrgestell hinzu, 1957 folgte ein Traktorfahrgestell und ein 4x4-Fahrgestell für Kipper. Trotz aller Bemühungen überstieg die Jahresproduktion selten 100 Einheiten. Hogra konnte aufgrund finanzieller Einschränkungen und Van Hoeks Vorliebe für traditionelle Designs nicht mit Modellen mit Frontlenkung konkurrieren. 1961 wurde Hogra geschlossen, nachdem nur 300 Fahrgestelle produziert worden waren.
Dieses reich bebilderte Buch beschreibt die gesamte Geschichte der Hogra-Fabrik und der verschiedenen Lkw-Typen.
Im Jahr 1867 erwarb Daniel Goedkoop Sr. die verfallene Werft 't Kromhout in Amsterdam für seinen Sohn Daniel Jr. Diese Übernahme verband die Namen Goedkoop und Kromhout für immer. Um 1900 weitete 't Kromhout seinen Fokus aus und begann mit der Produktion von Dampfmaschinen und Petroleummotoren, was zur Errichtung einer neuen Motorenfabrik an der Motorkade in Amsterdam im Jahr 1908 führte. 1932 schloss Kromhout eine Lizenzvereinbarung mit dem britischen Motorenhersteller Gardner ab, um Dieselmotoren zu produzieren. Anfangs wurden diese sparsamen Motoren in Schiffen und verschiedenen LKW- und Bus-Chassis eingebaut. 1934 entschied sich Kromhout, eigene LKW- und Bus-Chassis zu produzieren, die selbstverständlich mit Gardner-Dieselmotoren ausgestattet waren.
Während des Zweiten Weltkriegs war die Produktion minimal und erst 1948 konnten wieder Kromhout-Lastwagen hergestellt werden. Die meisten Kromhout-Lastwagen wurden jedoch in den 1950er Jahren produziert. Der stark rückläufige Bedarf an neuen Fahrzeugen führte 1958 dazu, dass die Kromhout-Geschäftsführung beschloss, die Produktion einzustellen und sich fortan ausschließlich auf den Bau von Dieselmotoren zu konzentrieren.
Inzwischen hatte Kromhout Kontakt zum Karosseriebauer Verheul aus Waddinxveen gesucht. Am 1. Oktober 1958 wurde die Produktion von LKW- und Bus-Chassis an Verheul übertragen. In der Zeit zwischen 1935 und 1958 hat Kromhout etwa 2.000 Fahrzeuge produziert, darunter über 800 Lastwagen-Chassis. Verheul begann ab Ende 1958 voller Zuversicht mit dem Bau von Lastwagen-Chassis. Diese wurden mit modernen, von ihr entworfenen Fahrerhäusern ausgestattet. Leider wurden die hochgesteckten Erwartungen nicht erfüllt, und Verheul beschloss schon nach etwas mehr als vier Jahren, die Produktion von Lastwagen-Chassis einzustellen. Im Jahr 1963 verließ das letzte Chassis die Fabrik von Verheul. Insgesamt wurden nur 91 Stück gebaut. Dieses Buch erzählt die ganze Geschichte.
Diese Seite verwendet Cookies und ähnliche Technologien, um Ihr Browser-Erlebnis zu verbessern. Wenn Sie auf "Akzeptieren" klicken, stimmen Sie der Verwendung dieser Technologien zu.
Klicken Sie auf "Ablehnen", um die Verfolgung nicht notwendiger Daten zu deaktivieren. Mehr erfahren >
